Tab Content
No Recent Activity

922 Profielboodschappen

  1. Conversatie bekijken
    Er volgt bij deze werkelijk een gigantisch grote digitale knuffel. Ik hou van je!
  2. Conversatie bekijken
    Nee, absoluut niet. Een box die te dichtbij staat? Ik zal eens proberen..
  3. Conversatie bekijken
    BARCELONA. maandag
    Vandaag de laatste aflevering van deze serie, waarin ik in grote lijnen duidelijk heb willen maken hoe ik het Nederlandse topvoetbal graag zou zien spelen. Ik vond de winterstop een goede gelegenheid om dit een keer te doen en zo meteen te reageren op de kritiek dat ik vaak wat te zeuren heb, maar zelf niet met oplossingen kom. Daarom leek het me geen slecht idee om de huisregels van ons voetbal weer eens uit de kast te halen. Dat kan nog van pas komen als ik de komende maanden het Nederlands elftal en de clubs ga bespreken. U weet nu tenminste hoe ik erover denk.
    Ik hoop in ieder geval dat vooral m?n boodschap is overgekomen dat voetbal vaak een kwestie is van logisch nadenken en simpel uitvoeren. Helaas zijn we dat in Nederland uit het oog verloren. Door het steeds ingewikkelder te maken, is de basis verwaarloosd. Want het allerbelangrijkste voor een voetballer is en blijft dat hij de simpele handelingen beheerst. Dus het passen, het aannemen, het stoppen van de bal met de borst, tweebenigheid en het koppen. Kortom, de basistechniek. Allemaal onderdelen die voor iedereen trainbaar zijn.
    Neem het goed afspelen van een simpele bal. Dat is een kwestie van doen en herhalen. Misschien wel saai, maar je traint w?l het belangrijkste onderdeel van het voetbal. Hetzelfde geldt voor het stoppen van de bal. Om dat te trainen en bij te houden, is ook saai, maar je maakt er wel snel heel veel vorderingen mee.
    Die basistechnieken moet je vervolgens zien te combineren met positiespel, waarvan het zogenaamde 6tegen-4 de meest effici?nte vorm is. Zolang het gebied tussen de buitenranden van het strafschopgebied en het deelgebied maar wordt aangehouden. In zo?n kleine ruimte en met vier spelers in het ?midden? word je vanzelf gedwongen om iedere bal snel, goed en simpel aan te spelen. Zolang je maar zorgt dat er van de partij in balbezit er ??n in het midden staat, een speler aan iedere korte kant, twee aan ??n lange zijde en ??n aan de andere lange kant.
    Daarom heb ik ook bewust het 6tegen-6 ge?ntroduceerd bij de straatvoetbaltoernooien van Amsterdam en Volendam, terwijl het ook de basis vormt voor de straatvoetbalcompetities die straks op de Cruyff Courts gespeeld gaan worden.
    En het 2-tegen-2, 4-tegen-4 en 7-tegen-7 dan? Zolang het gebruikt wordt om mensen, en dan vooral kinderen, aan het voetballen te krijgen, is het prima. Zolang er maar gevoetbald wordt.
    Maar zodra we gaan ?opleiden?, dan werken deze vormen niet en geldt alleen het 6-tegen-6. Omdat de jongens en meisjes zo, zonder dat ze er vaak erg in hebben, gewend kunnen raken aan de huisregels van het ?echte? voetbal. Allereerst is er een keeper en zijn er vijf veldspelers, waardoor er met drie linies gespeeld kan worden. Alleen zitten die linies zo dicht op elkaar, dat je een bal goed moet aanspelen om een ander zijn actie te kunnen laten maken. Verder is er geen laatste man, omdat iedereen gedwongen is ??n tegen ??n te spelen, zowel in aanvallend als verdedigend opzicht.
    Door deze situatie moet een voetballertje automatisch leren hoe hij ?n zijn eigen tegenstander in de gaten houdt ?n tegelijk ??n van zijn matjes rugdekking geeft. Dus zonder dat hem iets wordt opgelegd, is hij al bezig met positiespel. Dat geldt ook voor de doelman, die niet alleen een bal moet stoppen, maar ook rugdekking moet geven en soms mee moet voetballen.
    Voor straatvoetbalcompetities is dit tot en met 12 jaar een ideaal en leerzaam concept, terwijl het daarna ongeacht de leeftijd als trainingsvorm kan worden toegepast. Omdat je gedwongen wordt in een kleine ruimte, in ??n-tegen??nsituaties, de simpele techniek toe te passen. Wie de bal achterin rustig rond wil spelen, kan het dan vergeten. Net zo goed als iemand die een bal breed wil leggen. Zo worden automatisch de fouten afgeleerd die veel te veel Nederlandse voetballers momenteel maken.
    Nogmaals, de afgelopen zes weken zijn vooral de grote lijnen besproken. Situaties waar hoogstens twee en af en toe drie spelers bij betrokken waren. Omdat je met z?n elven speelt, wordt daarmee duidelijk hoeveel er eigenlijk in het voetbal zit. Maar het heeft natuurlijk weinig zin om daarmee te beginnen als het aan de basis al niet klopt.
  4. Conversatie bekijken
    Na de dooie momenten en de zogenaamde vooractie, wil ik dit keer de situaties bespreken waarbij je ook zonder bal het wedstrijdverloop kan beïnvloeden. Daarbij kan een beetje huiswerk nooit kwaad. Zo help je een medespeler door hem bijvoorbeeld een bal op zijn goede been te spelen. Dat lijkt heel simpel, maar hoe vaak zie je niet in wedstrijden dat een linksbenige speler onder druk de bal toch op zijn rechtervoet krijgt aangespoeld.
    Hetzelfde geldt voor hoe de tegenstander moet worden bespeeld. Als je als back bijvoorbeeld weet dat je tegenstander het liefst buitenom gaat, dan kan je soms zo gaan staan, dat je hem als het ware dwingt om zijn actie met zijn slechte been binnendoor te maken. Net zo goed als bij een rechtsbenige linksbuiten, die dus wél graag zijn actie binnendoor maakt, de ruimte aan de binnenkant weer moet worden verkleind.
    Het lijken allemaal abc-tjes, helaas zie je zelfs op het hoogste niveau dat spelers nauwelijks bij dit soort details stilstaan.
    Zoals het me ook vaak opvalt, hoe slecht spelers kunnen koppen in aanvallend ingestelde teams. Ik heb het al eerder aangegeven, in mijn tijd scoorde Sjaak Swart een voor een buitenspeler ongekend hoog aantal doelpunten, simpelweg omdat hij als rechtsbuiten over zijn rechterschouder heen kon koppen. Een noodzakelijk kwaliteit, als een linksbuiten een voorzet geeft en de spits richting eerste paal en de buitenspeler richting tweede paal inlopen. Daarom missen aanvallers in zulke situaties vaak op het oog simpele kansen, omdat ze niet in staat zijn om technisch goed over hun igoedei kant te koppen. Hetzelfde geldt trouwens voor veel verdedigers, die in zulke gevallen vaak in eigen doel koppen.
    Daarom moet je als voetballer altijd op zoek zijn naar speldenprikken, waarmee je de tegenstander uit zin doen kan halen. Andersom geldt natuurlijk hetzelfde. Zodra je weet dat de tegenstander je zwakke plek uit wil spelen, dan moet je proberen hem weer een stap voor te zijn.
    Als we vroeger met Ajax voor extra pressie kozen, dan wisselden we vaak de linksback in voor een extra spits, waardoor ik wat meer vanaf links uit de tweede lijn ging spelen. De tegenstander wist, dat ik links weliswaar goed was, maar niet zo sterk als rechts. Dus werd geprobeerd om me buitenom min actie te laten maken, waardoor ik uiteindelijk met links voor moest zetten. Uiteindelijk werd ook dit nadeel een voordeel, want ik ging extra op min voorzet met buitenkant-rechts trainen, waardoor er voor het doel en voor de inkomende spelers toch hetzelfde effect ontstond. Het voordeel wat hierdoor ontstond, was dat ik de bal met min buitenkant halverwege min stap moest raken, wat toch een fractie sneller dan normaal was. Vaak werd de tegenstander zo door die iversnellingi verrast, dat het een kans of een doelpunt opleverde. Voor alle duidelijkheid, het ging hier dus niet om een circus-act, maar een functionele actie. Zoals functioneel voetbal vaak ook mooi voetbal kan zijn.
    Neem de manier waarop je bij balverlies kan omschakelen. Helemaal als je als aanvallend team verdedigend minder sterk bent. Maar als de aanvallers bet kunnen opbrengen om zo vooruit te verdedigen, waardoor de verdedigers van de tegenpartij gedwongen worden hun handelingssnelheid te verhogen, dan wordt de kans op een verkeerde inspeelpass vergroot.
    Een verdedigende actie die dus door de aanvallers wordt ingeleid, die alleen maar mee hoeven te verdedigen door een afstand van 4 a 5 meter te overbruggen.
    Net zoals we dat eerder met de corner hebben besproken, gaat het er met deze voorbeelden steeds om hoe je de problemen kan reduceren. Niet altijd door ingewikkelde tactische ingrepen toe te passen, maar vaak ook door logisch na te denken.
  5. Conversatie bekijken
    Vorige week ben ik wat dieper ingegaan op de manier waarop Nederlandse teams zouden moeten voetballen. Toen werden de dooie momenten besproken, nu komt de zogenaamde vooractie aan bod.
    Zo loopt de ruimte op het speelveld als een rode draad door deze serie. En dan vooral het cre?ren van ruimte voor jezelf. Daarvoor is de vooractie cruciaal. Waarbij je vaak het tegengestelde moet doen van wat je wilt.
    Een voorbeeld. Als een buitenspeler de bal in z?n voeten wil krijgen, dan zal hij eerst diep moeten gaan en daarna weer terug om gemakkelijker in de voeten aangespoeld te kunnen worden. Net zo goed dat je soms een bal naar achter moet passen om ?m zo diep te kunnen spelen.
    Of door bij een corner, zoals we dat uorige week besproken hebben, naar de bal toe te komen om zo minder verdedigers in het strafschopgebied te krijgen.
    Iedere positie, zeker voorin, heeft met dit soort situaties te maken. Daarbij gaat het niet alleen om de actie alleen, maar ook hoe daar door de rest van het team op geanticipeerd wordt. Met andere woorden, iedere vooractie mag nooit een op zichzelf staande actie zijn. Het mooie van voetbal is namelijk, dat iedere actie op iedere willekeurige positie, op een ??n of andere manier verband houdt met wat andere spelers in het team aan het doen zijn.
    Neem het voorbeeld dat ik net gaf over de buitenspeler. Om de bal in de voeten te kunnen krijgen, moet hij eerst een vooractie in de diepte maken. Maar is op hetzelfde moment de spits in hetzelfde gat gedoken, dan is de ruimte dicht gemaakt waarin de buitenspeler zijn actie moet maken.
    Daarom irriteert het me zo, als er gemakshalve geroepen wordt dat een buitenspeler faalt als het probleem juist door anderen is veroorzaakt. Ik weet niet hoe vaak ik als coach met kritische journalisten ben gebotst, die alleen ??n iemand een actie zien maken en hem daarop beoordelen. En dus niet zien, dat iemand slecht speelt vanwege een ander en het eigenlijk zijn schuld niet is. Omdat bij niet in staat wordt gesteld om zijn kwaliteiten te benutten. Terwijl juist een buitenspeler valt of staat met een goede twee-eenheid tussen zijn vooractie en actie.
    Hoe groot dit probleem momenteel is, blijkt vooral tijdens wedstrijden waarin de tegenstander ineens met tien man verder moet. Dat zou een voordeel moeten zijn, maar steeds vaker zie je de ploeg met dat voordeel toch in de problemen komen. Vooral omdat ze zich ineens geen raad weten met de ruimte, omdat de tegenstander zich terug gaat trekken om zo geen gaten te laten vallen. Wat je dan ziet gebeuren, is dat de bal achterin rond wordt gespeeld en de tegenstander onvoldoende wordt opgejaagd.
    De manier om dat te voorkomen is om over het hele veld ??n-tegen??n te spelen. Het eerste voordeel dat je daarmee pakt is een enorme tempo verhoging. Niet ??n tegenstander krijgt rust aan de bal en leidt er iemand balverlies, dan is er meteen ruimte en ontstaat er een belangrijke man-meer-situatie. Op dat moment moet het hele team bezig zijn om de ruimte zo te bespelen, dat de vrijgekomen speler een maximaal rendement uit zijn actie kan halen.
    Als je zo speelt kan de tegenstander zich dus geen fout permitteren, maar jij wel omdat je nog een man over hebt, die tussen de verdedigers en middenvelders opereert. Hij moet juist daar staan, om zo meer kans op de afvallende bal te maken, waardoor er altijd druk op de ketel blijft.
    Als je zo speelt, dan is dat natuurlijk geen garantie voor de overwinning, maar wel de zekerheid dat je zo?n vijf ? zes kansen cre?ert.
  6. Conversatie bekijken
    De afgelopen weken heb ik de speelwijze besproken van ploegen die aanvallend zijn ingesteld. Op een manier waarop de wereld het Nederlandse voetbal heeft leren kennen. Daarbij nam ik vooral de huisregels door, in zowel aanvallend als verdedigend opzicht, zonder nog te veel op de details in te gaan. Dat wil ik vanaf vandaag doen, te beginnen met de dooie momenten. Dus wat te doen als de bal stilligt bij een corner die je mee krijgt, bij een corner die je tegen krijgt en bij een vrije trap? In alle gevallen gaat erom je zo te organiseren, dat terwijl de bal stilligt je er toch een voordeel uit weet te halen.
    Vaak is me gevraagd, wat te doen tegen een ploeg die gevaarlijk met corners is. Mijn antwoord is altijd: ?zorgen dat je geen corner tegen krijgt.? Terwijl ze dan denken dat ze gedold worden, bedoel ik het juist serieus. Stel dat je acht corners tegen krijgt, dan heb je dus acht problemen op te lossen. Ga je verder van het doel afspelen, dan krijg je er bijvoorbeeld maar vier tegen en heb je nog vier problemen op te lossen. Daarmee is vijftig procent van het probleem opgelost.
    Van de vier die overblijven ga je bekijken hoe je jezelf het minste pijn kan doen. Ik begin altijd met de jongens die niet kunnen koppen naar voren te sturen. Meestal zijn dat er drie en vaak ook de aanvallers. Staan er drie man voorin, dan houdt de tegenstander er meestal vier achter. Met de man die de corner neemt heb je zo met nog maar vijf spelers rekening te houden. Omdat er ook altijd ten minste ??n man buiten het strafschopgebied staat voor de afvallende bal, blijven er dan vier over.
    Van die vier kunnen er vaak twee goed en twee slecht koppen. Meestal zie je dat de goede bij de goede gaan staan. Ik draai het altijd om en zet mijn goede bij hun slechte, waardoor er nog maar twee problemen op te lossen zijn. Van die twee slechte koppers van mij, is er altijd wel ??n die zo goed in de weg kan lopen, dat er nog maar ??n tegenstander goed tot zijn recht komt. Als je dan gezorgd hebt dat er genoeg ruimte in het strafschopgebied is ontstaan, dan is die man in principe voor de keeper.
    Om zo?n situatie extra in de hand te werken, is het nodig om de bal hoog voor het doel te krijgen en om dat te forceren, zet ik altijd een verdediger bij de achterlijn tussen de paal en de lijn van het 5-metergebied, waardoor de bal op ten minste twee meter hoogte voor moet worden gegeven.
    Het komt erop neer, dat mijn belangrijkste verdedigende actie het naar voren sturen van drie spelers is. Toont de tegenstander toch meer durf en houdt drie verdedigers achterin, dan krijgt m?n doelman altijd de opdracht om zodra hij de bal heeft meteen onze snelste man voorin aan te spelen. Als je ze zo een keer laat schrikken, dan ben je ook weer van dat probleem af.
    Wat een aanvallende corner betreft, ben je al meteen de man kwijt die de corner neemt. Vaak stuurde ik een extra man naar ?m toe, op zo?n twintig meter van het doel en tussen het strafschopgebied en de zijlijn in. Om de dreiging van een lange bal weg te nemen, is de tegenstander dan genoodzaakt om twee verdedigers uit het strafschopgebied te halen en is er meer ruimte voor de tweede actie. Want voor de goede orde, een corner bestaat voor mij niet uit ??n, maar uit twee spelmomenten: eerst de bal die in wordt gezet en dan de rebound.
    Ten slofte de vrije trap. Over de vrije trap die je meekrijgt kan ik kort zijn. Of je hebt een specialist die ?m perfect over de muur heen kan schieten of je neemt ?m in twee?n. Met die bedoeling iemand aan te spelen die op een positie staat waar vandaan het doel meer open ligt.
    Meer problemen hebben Nederlandse voetballers en ploegen met het verdedigen van een vrije trap. Kijk, als iemand een bal over de muur in de kruising krult, dan moet je gewoon hard klappen. Maar wat mij juist irriteert zijn de ballen die erin gaan, terwijl ze er eigenlijk niet in mogen gaan.
    Laten we bij het begin beginnen. Krijg je een vrije trap tegen, dan heb je met je keeper en de muur te maken. In principe hoort de keeper de korte hoek te verdedigen en niet de lange hoek, wat je toch nog te vaak ziet. Terwijl de bal naar de verste hoek langer onderweg is en er dus meer tijd is om in te grijpen.
    Omdat een keeper maar zo?n vijf ? zes meter kan verdedigen, moet de muur de resterende twee meter afschermen. Desondanks is de keeper er om de bal tegen te houden en niet de muur. Komt de bal dus in de muur, dan heeft vooral de doelman z?n werk goed gedaan. Maar wat nooit mag gebeuren en wat je toch steeds vaker ziet, is dat de muur gaat bewegen. Tegenwoordig gaan negen van de tien ballen erin, omdat spelers zich in de muur omdraaien, inlopen om zich in de baan van het schot te werpen en dan niet naar de bal kijken. Zo kreeg PSV zowel uit als thuis tegen Deportivo een beslissend doelpunt voor z?n kiezen.
    Twee onnodige fouten, met enorme gevolgen. Terwijl het ook hier een kwestie was van je simpelweg aan de regels te houden.
  7. Conversatie bekijken
    Vorige week heb ik aangegeven, hoe er door Nederlandse ploegen aangevallen zou moeten worden. Vooral door het goed toepassen van de techniek, het goed benutten van de ruimte, vooruit te verdedigen en daarbij druk op de bal te zetten. Nu ga ik een stap verder, waarbij net als vorige week uitgegaan wordt van vijf linies, exclusief de doelman: de achterste vier, een centrale middenvelder in de punt naar achteren, twee buitenste middenvelders die meer naar voren staan, een spits in de punt naar voren of in de punt naar achteren en twee aanvallers aan de buitenkanten. Zodra iemand in deze opzet in balbezit komt, staat er altijd een medespeler vlak voor en vlak naast hem. Bovendien is de onderlinge afstand nooit meer dan tien meter.
    Essentieel bij het aanvallen is, dat iedereen beseft dat de opbouw begint zodra de bal bij de keeper is. Hij is de eerste aanvaller. Omdat in zulke gevallen de verdediging sneller reageert dan de aanval, is het meestal ??n van de twee backs die naar voren is geschoven en vrijloopt. Door de bal naar hem te gooien, ontstaat het eerste samenspel.
    Zodra dat gebeurt, moet de buitenspeler diep gaan om zo het gat te cre?ren waar de back in moet. Inmiddels is de eerste linie verdedigers (de aanval van de tegenpartij) uitgespeeld en de aanval onderweg. Daarna moet de tegenstander keuzes maken om de opkomende back af te stoppen en de kunst is daar goed op te anticiperen.
    Ik geef nu twee voorbeelden, maar er zijn er talloze te bedenken als de linies elkaar maar goed aanvoelen. De eerste optie is dat de spits naar rechts uitwijkt. Van de twee centrale verdedigers moet er ??n met hem mee en moet er ??n doorschuiven om de door de linksback gecre?erde man-meer-situatie te ondervangen. Op dat moment is zowel de linksbuiten als de spits in een ??n-tegen??n-situatie gemanoeuvreerd.
    De tweede mogelijkheid die de linksback heeft, is om de bal over een afstand van maximaal twintig meter hard in de voeten van de spits te spelen, die dan kaatst op de inkomende rechtermiddenvelder. Als die op tijd is gestart, dan heeft-ie een voorsprong op z?n tegenstander en ontstaan er weer allerlei ??ntegen-??n-situaties aan de rechterkant van het veld.
    Het doel van al deze varianten is om de tegenstander te verrassen en chaos te veroorzaken. Neem het eerste voorbeeld. Als de linksback via ??n van zijn middenvelders de linksbuiten in balbezit heeft laten komen en die weet zijn tegenstander uit te spelen, dan is er voor het doel ineens van alles mogelijk. Zodra de voorzet komt, loopt de spits vanaf de rechterkant naar de eerste paal en cre?ert zo weer een enorm gat voor de inkomende rechtshalf. Op die manier hebben Johan Neeskens (Ajax en het Nederlands elftal) en Andr? Hoekstra (Feyenoord) altijd veel kunnen scoren. Dat gold trouwens ook voor Sjaak Swart, die daar een speciaal neusje voor had en bij mijn weten ook nog de enige rechtsbuiten is geweest die effectief over zijn rechterschouder op doel kon koppen. Dat verklaart ook het hoge aantal doelpunten dat hij voor een buitenspeler heeft gescoord.
    Verder bevindt bij zo?n aanval driekwart van het elftal zich achter de bal en staat iedereen dus met zijn gezicht naar het doel. Daarmee is het risico van een counter weggenomen, is de veldbezetting intact voor de eventueel afvallende bal en kan er weer vooruit worden verdedigd.
    Daarbij is het een must dat, terwijl de linksback de aanval aan het opzetten is, de doelman en de rest van de verdediging bezig zijn om iedereen op z?n plek te zetten. Terwijl de aanval nog wordt opgezet, staan de verdediging en het middenveld dan al klaar om bij balverlies adequaat te handelen.
    Ook dat kan je weer forceren, door bijvoorbeeld de spits meteen druk op de doelman te laten zetten als hij de voorzet van de link buiten heeft onderschept. Zo wordt het tempo automatisch verhoogd door de doelman te dwingen sneller iets te doen. Staan op dat moment de verdediging en middenveld goed, dan maak je het de tegenstander weer extra moeilijk. Bovendien is de spits nu de eerste verdediger, terwijl even daarvoor zijn doelman nog de eerste aanvaller was. Opnieuw het bewijs dat je ?n als individu en als team in zowel verdedigend als aanvallend opzicht altijd een stap vooruit moet denken.
    Het is een manier van spelen die redelijk simpel te trainen is, daarom verbaas het me dat Nederlandse ploegen nauwelijks nog in staat zijn om deze ?huisstijl? toe te passen. Intussen is de breedtepass bijna de norm geworden, terwijl daarmee het probleem wordt verlegd in plaats van opgelost. Helaas is het typerend voor de huidige situatie.
  8. Tof om te lezen hoe hij inspeelt op de veranderingen van andere teams.
    Milan uit niet maar Milan thuis stond Villa wel vaak een metertje achter Messi. Zeg maar op de plek van Alexis bij die goal. Het team van 2011 was geweldig en daar was Barca écht op zijn top inderdaad.
  9. Conversatie bekijken
    Ja, ik heb het boek gelijk gehaald toen het in de winkel kwam. Ik heb echt zoveel gezocht naar diepte-interviews met Cruyff maar die zijn er haast niet, of die zijn er in het Catalaans. Schandalig eigenlijk. Deze zomer ga ik contact leggen met VI en eens vragen in welke nummers ze uitvoerig met Cruyff hebben gesproken zodat ik ze online kan kopen.

    Het Barca van 2009 is denk ik gelijkwaardig aan dat van nu, misschien iets beter. Ik doelde ik er eigenlijk op dat ze echt ontzettend veel vooruit zijn gegaan in het Guardiola-era en dat het team van 2011 het team van 2009 alle hoeken van het veld zou laten zien.

    http://migerucb.tumblr.com/post/4977...alse-nine-role
  10. Barca ook minder dan nu ja? Toen stond Messi ook nog op de flank of niet?
    Guardiola heeft het voetbal veranderd, daar ben ik van overtuigd.

    Ah die reportage heb ik nog nooit gezien. Ga hem vanavond eens kijken Heb je trouwens ook het boek Voetbal (fantastische titel) van Johan gelezen?
Profielboodschappen 891 t/m 900 van 922
Pagina 90 van 93 EersteEerste ... 40808889909192 ... LaatsteLaatste
Pagina 90 van 93 EersteEerste ... 40808889909192 ... LaatsteLaatste
Over chuchu

Basic Information

Over chuchu
Woonplaats:
Zuidoost
Clubs:
aagent

Statistieken


Totaal aantal berichten
Totaal aantal berichten
12.235
Berichten per dag
2,51
Profielboodschappen
Totaal aantal boodschappen
922
Meest recente boodschap
1 juni 2022 14:09
Aantal bedankjes
Aantal bedankjes
9.059
  • 7.832 bedankjes in 3.395 berichten
Tournament Stats
Tournaments Joined
0
Tournaments Won
0
Algemene informatie
Laatste activiteit
18 juni 2022 18:19
Aangemeld
19 december 2010

3 Vrienden

  1. Fantasista
  2. Río Río is offline

    No lloro

    • Stuur een bericht via ICQ naar Río
    Río
  3. viktor viktor is offline

    ❤ hopp ❤ Tina ❤

    • Stuur een bericht via MSN naar viktor
    viktor
Vrienden 1 t/m 3 van 3